Interview collega
Om inzicht te krijgen op welke manier collega’s bezig zijn met zelfregulatie bij leerlingen heb ik een collega geïnterviewd. De collega is vakgroep voorzitter bij de richting zorg en welzijn (Z&W) op TalentStad en heeft jaren lange ervaring in lesgeven. Met een openinterview wil ik achterhalen wat er aan zelfgestuurd leren in de les gebeurd. Deze keuze heb ik gemaakt, omdat ik in het interview streef naar diepgang (Molen, Hommes, & Kluijtmans, 2011). Hieronder heb ik een samenvatting gemaakt van het interview.
Beginvraag: Wat gebeurd er bij Z&W aan zelfsturing bij leerlingen in de les?
Mijn collega vertelt dat er in de les veel te weinig gebeurt om zelfsturing bij leerlingen te stimuleren. Zo is er vaste planning per profiel en keuzevak, de planning wordt door de docent gemaakt, de planning is een overzicht voor leerlingen waar iedere les aan gewerkt wordt.
Hoe zelfstandig leerlingen werken is erg verschillend. Zo heeft de ene leerlingen zijn werk af aan het eind van de les en de ander niet. Door de inzet van het buffer uur worden leerlingen extrinsiek gemotiveerd om de taak te maken, heeft de leerling de taak niet goed gemaakt of niet af zal hij een extra les uur moeten komen. Bij degene die de taak optijd af heeft is het de vraag wat ze geleerd hebben. Wanneer een leerling geen intrinsieke motivatie heeft om iets van de taak op te steken wordt erg weinig geleerd. Bijvoorbeeld in de horeca les, alle leerlingen hebben geoefend met tafeldekken. In de toets is een groot verschil in het eindcijfers, er zijn leerlingen met hoge en lage cijfers, de leerlingen die de opdracht leuk vonden scoren hoger dan de leerlingen met weinig interesse. Het is lastig hoe je leerlingen intrinsiek gemotiveerd krijgt.
Om te achterhalen wat leerlingen geleerd hebben wordt de taak individueel geëvalueerd. Bij te weinig tijd doet ze dit klassikaal. Mijn collega doet dit om zicht krijgt op hoe de leerlingen de taak maken. Zo ziet ze direct wie de taak wel en niet goed maken. Tijdens deze controle geeft mijn collega feedback op verschillende manier. Ze geeft feedback gericht op de prestatie van de leerling, door bijvoorbeeld te benoemen dat de leerlingen goed gewerkt heeft als alle antwoorden goed zijn. Ook geeft ze feedback aan leerlingen waar het niet goed gaat. Ze gaat dan met de leerling in gesprek en verteld wat niet goed is gegaan. Ook geeft tips zoals gebruik de tekstbron wanneer een antwoord niet goed is. De feedback is voornamelijk gericht op wat wel en niet goed gaat. Daarbij verteld ze zelf wat er anders moet of ze stelt vragen hoe de leerlinge het anders zou kunnen doen.
Mijn collega denkt dat zelfregulerend leren voor een klein aantal leerlingen haalbaar is. Ze denkt dat leerlingen in de zelfsturing motivatie en inzicht missen. Dit zal veel tijd kosten om het aan te leren en sommige leerlingen zullen het ook niet leren. Ze zou wel meer willen proberen om leerlingen met zelfregulerend te laten werken. Sommige leerlingen weten niet wat ze goed kunnen. Hierbij zou ze kunnen helpen door met de leerling de les beter te evalueren. Dat kost heel erg veel tijd. Het is onze beperking bij Z&W dat we het programma er door willen jagen. Misschien is het verstandiger, om meer vanuit de leerdoelen te werken i.p.v. vanuit de opdrachten. Dat is wel een omslag in de manier van werken. We krijgen steeds meer zicht op methode, daarom zouden we in toekomst dit meer los kunnen laten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb